De afgelopen tijd staat het werk van Thomas Pikkety sterk in de belangstelling. Deze econoom komt tot de conclusie dat de kloof tussen arm en rijk groter wordt. Werken loont minder dan beleggen. De één procent rijkste Nederlanders bezit een kwart van het totale vermogen. Aan de andere kant zijn er steeds meer mensen die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen, ook mensen met een betaalde baan. Je hebt in een gezin twee banen nodig om rond te komen. Er is dus minder tijd om aan vrijwilligerswerk te doen of je in het verenigingsleven te storten. Dit is nu juist wel wat het gemeentebestuur van ons vraagt. In de begroting voor 2015 schrijft het College dat het een groter beroep gaat doen op de inwoners. Dat kan ook niet anders, want de gemeente krijgt minder geld en meer verantwoordelijkheid voor zorg en welzijn.
Wat betekent dat voor ons? Er zal bezuinigd worden op subsidies aan bijvoorbeeld buurthuizen en sportvoorzieningen, maar ook op beroepskrachten, zoals huishoudelijke hulp. Om de boel draaiende te houden moeten we meer zelf doen en elkaar meer helpen. Dat is lastig voor bijvoorbeeld een jong gezin met twee werkende partners. Dus zijn bijvoorbeeld ouderen meer op elkaar aangewezen. Dat hoeft geen ramp te zijn, maar kan ook makkelijk mis gaan. De meest kwetsbaren worden daar het eerst de dupe van. GroenLinks wil er zeker van zijn dat mensen die steun nodig hebben, die ook krijgen. We willen dat ouderen die moeilijk hun weg kunnen vinden in gemeentelijk zorgland, makkelijk gebruik kunnen maken van de Ouderenadviseur en als iemand er met de gemeente niet uitkomt, moet hij/zij naar een Ombudsman kunnen stappen. Die is er nog niet. GroenLinks zal daarom in de Raad voorstellen om een sociaal Ombudsman aan te stellen.