Daar sta ik dan eten uit te delen bij de noodopvang voor vluchtelingen. Er zijn zoveel verschillende meningen over deze mensen dat ik het wel eens met eigen ogen wilde zien en kijken of ik iets kon betekenen. Zijn het gelukzoekers, terroristen of legitieme vluchtelingen in nood? Ik heb me daarom aangemeld als vrijwilliger en heb er nu een kleine dag op zitten.

Ik heb mijn vooroordelen (ja, die had ik) naast me neergelegd en ben aan de slag gegaan.

Syriërs en Eritreeërs haal je er zo uit. Ten eerste de huidskleur, maar ook de manier van delen van blikken en gevoelens. Syriërs zijn wat mij betreft open naar buiten toe, Eritreeërs meer op zichzelf. Ik zie heel volwassen mensen die weliswaar moe lijken, maar ook af en toe sprankelen. Bij het uitdelen van eten zie ik hoe dit gewaardeerd wordt. Toch voelt het vreemd. Ik bied hier het eten aan uit onze luxe wereld. Zij staan daar met hun historie van oorlog en weinig bezit en na een barre tocht. Wie weet wat ze allemaal meegemaakt hebben. Ik zie hier eigenlijk allemaal aardige en lieve mensen die het ook niet zo gewild hebben. Nou niet direct IS of economische vluchteling, al weet ik dat niet, maar mensen die vrijheid willen en later met hun gezin herenigd. Ik zie ook smartphones, het enige lijntje met hun familie. Deze mensen hadden het vóór de oorlog vast net zo goed als wij. Maken ze er een zootje van? Nee, de sporthal en omgeving zijn nog nooit zo schoon geweest; zelf opgeruimd. Later wil ik wat gemorste cosmetica schoonmaken. Nee, nee dat doen wij! Wil spullen in een gemeentewagen optillen. Nee, nee helpende handen. Ach ik snap de mensen wel, ze zijn net zoals ik, alleen hebben zij pech en ik niet.

Morgen vertrekken ze weer naar een andere sporthal in een andere gemeente (de tweede) en weer voor zes dagen. Het lijkt me uitzichtloos. Maar de mensen zijn nu nog dik tevreden en blij dat ze veilig zijn. Toch lag ik er vannacht nog lang wakker van. Want wat moet er uiteindelijk met al deze mensen?

Ze zijn nu nog hoopvol; willen graag Nederlands leren en hier een bestaan opbouwen. Ze vinden ons superaardig, maar ze hebben tot nu toe alleen vriendelijke hulpverleners en vrijwilligers ontmoet. Ik ben bang dat, als we het niet goed regelen met deze mensen, hun hoop zal verdwijnen en dat er dan iets anders voor in de plaats zou kunnen komen.

Het is gecompliceerd.  Zeker als al deze mensen voorrang krijgen op een huurwoning of werk is dat logischerwijs een probleem. Als plaatselijk politicus krijg ik hier nog een klus aan. Mijn vooroordelen zijn in ieder geval weggenomen en ik hoop dat we iets bijzonders kunnen doen in dit land. Dat we op een positieve manier laten zien waar een klein land groot in kan zijn. Dat we onze angsten even laten varen en deze mensen het voordeel van de twijfel geven.

Dat we op positieve manier iets hebben kunnen betekenen Dat heb ik mogen ervaren in Reeuwijk. Met alle vrijwilligers, ambtenaren, B&W, inwoners van onze gemeente, in het bijzonder Xandra de Groot en Driss Bakkali. Beschaving begon even in Reeuwijk afgelopen week. Fijn