Het college kiest voor slechts 12% duurzame energie; in 2020 te bereiken. In 2006 was er nog een duurzame doelstelling van 20%. Een complicerende factor hierbij is het gegeven dat het opwekken van duurzame energie d.m.v. windturbines totaal wordt uitgesloten. Een gemiste kans omdat dit aandeel in duurzame energie snel tot een hoge bijdrage kan leiden. De energievisie betreft eigenlijk maar twee serieuze projecten: mestvergisting en mestraffinage. Op zonneboilers wordt kleinschalig ingezet. De rest beperkt zich tot nog meer onderzoeken, actief stimuleren van de mogelijkheden en extra aandacht voor de subsidie regeling. Hiervan vindt GroenLinks dat dit weinig bijdraagt aan de doelstelling. Kortom het ambitie niveau is op papier hoog maar wordt in de praktijk tot weinig concreets gereduceerd, althans op de korte/middellange termijn.
De fractie van GroenLinks gaf dan ook aan ontevreden te zijn met dit voorstel: niet realistisch en veel te beperkt. Concrete acties vanuit het college worden gemist.
In de discussie kwamen veel ideeën naar boven o.a. ook PV- (Photovoltaic) ofwel zonnepanelen en kleine windturbines. Grote projecten waar grondwarmte of warmte koude opslag (WKO) toegepast kan worden zouden onderdeel moeten worden van ieder bouwplan. Echter dit heeft de afgelopen jaren geen voedingsbodem bij het college gekregen.
De visie ligt ter inzage. Iedereen mag reageren. GroenLinks vindt de rentmeesterschap gedachte in deze visie van het college nog ver te zoeken.