Verkiezingen, ik kan er niet omheen. GroenLinks kreeg landelijk een grote tegenvaller te verwerken, door eigen gedoe maar ook doordat alle aandacht naar geld ging. Milieu en duurzaamheid, speerpunten voor GroenLinks, raakten hierdoor ondergesneeuwd. We feliciteren partijen die het wel goed deden en hopen dat ze verantwoordelijkheid nemen, ook op milieugebied.
Plaatselijk speelt die groene verantwoordelijkheid ook. GroenLinks heeft het gevoel bijna als enige aan dit thema te moeten trekken. Er gebeurt natuurlijk best wat: voorlichting, onderzoek, de stichting Duurzaam en de Milieuraad, die actief zijn. Positief is ook dat zonnepanelen sinds het Lenteakkoord een grote vlucht hebben genomen.
Maar nu het subsidiegeld hier na vier jaar opraakt, is het de vraag hoeveel groener of duurzamer we geworden zijn in onze gemeente; geen mens die het weet. We bouwen wel met steeds duurzamere normen, maar meten vervolgens het resultaat niet, zelfs niet bij onze gemeentelijke gebouwen en de scholen.
Toch gaat er wat veranderen, de Milieudienst gaat dit alles in kaart brengen en op het gemeentehuis komen slimme meters. Mooi, dat is één stap. Nu de volgende stap: het veranderen van ons gedrag. De nieuwe Energie-visie in 2013 kan een bijdrage leveren. Hierin staat wat we als gemeente kunnen en willen bereiken op het gebied van duurzaamheid. Om verder te komen, moet deze visie ambitieus en volledig zijn. Er mogen uit politieke overwegingen geen opties bij voorbaat uitgesloten worden. GroenLinks zet in op een visie die motiveert en tot haalbare doelstellingen leidt, bijvoorbeeld voor gemeentelijke gebouwen, openbare verlichting en afvalscheiding. Verder willen we bedrijven en burgers faciliteren en stimuleren om tot besparingen en eigen duurzame energie-opwekking te komen. Stilstand is achteruitgang en wij willen geen stap terug.